In mijn vorige blog heb ik verteld hoe ik na een flinke val van mijn bijrijdpaard scheef (of schever) ben geworden. In deel 2 schets ik een beeld van hoe deze scheefheid en de bijkomende klachten een rol hebben gespeeld in mijn leven tijdens de afgelopen jaren.
De pijn in mijn knie (of eigenlijk peesaanhechting) waar ik in mijn vorige blog al over schreef was de laatste jaren altijd aanwezig. Bij alles wat ik deed moest ik er rekening mee houden. In 2010 was ik met mijn vriend op wintersport bij vrienden van ons in Fins Lapland. Voor mij viel er weinig te sporten. Als iedereen ging skiën of langlaufen ging ik wandelen of las een boek bij de haard. Maar we maakten ook een tocht op de sneeuwscooter en hebben paardgereden in een meter sneeuw. Prachtig! Tijdens onze vakanties in de zomer zaten wandelingen in de bergen er niet in. Omhoog ging prima, maar omlaag deed pijn. Door het veel minder bewegen was ik bovendien twintig kilo aangekomen, wat natuurlijk ook niet goed is voor mijn lichaam.
Tijdens het rijden had ik gelukkig weinig last van mijn knie. Springen deed ik niet, de klap van landing kon ik niet opvangen, en op paarden die hoog opgooien werd lichtrijden wat pijnlijk, maar een buitenrit van twee uur was nooit een probleem. Meelopen in een zware bak of hindernisbalken dragen tijdens het lesgeven echter wel.
Ik ging in het begin om de week naar de Cesartherapeute. Na een aantal maanden werd de tijd tussen de behandelingen steeds langer. Tijdens de behandelingen kreeg ze nooit alles los. De voorkant van mijn rechterheup bleef blokkeren. Daardoor bleven mijn klachten terugkomen: pijnlijke spier in rechterbil, kramp die doortrok tot mijn rechter bovenbeen, rechtervoet die tintelde en ook weer meer pijn in mijn knie. Als dat gebeurde volgde er weer een periode van intensief behandelen. Deze cyclus herhaalde zich gedurende de laatste jaren.
Ik merkte ook tijdens het rijden dat de behandelingen hielpen. Als ik net bij de Cesartherapeute geweest was kon ik bijvoorbeeld ineens mijn paard in de rechtergalop zetten, iets wat me normaal niet lukte door de blokkade in mijn rechterheup. Dat het echt aan mij lag bleek wel toen verschillende mensen met mijn merrie keurige rondjes in de rechtergalop door de bak reden. Zeer frustrerend, maar wel heel duidelijk. Ook los in de bak of aan de longe is de rechtergalop geen probleem.
Omdat ik mijn lichaam met de Cesartherapie nog niet helemaal op orde kreeg ben ik verder gaan zoeken naar een therapeut die dat wel kon. Ik kwam uit bij een osteopaat. De website van de Nederlandse Vereniging voor Osteopathie geeft de volgende uitleg: “Alle systemen in het lichaam werken mee om het gezond te houden of om een ziekte te lijf te gaan. Functioneert een deel van het lichaam niet goed, dan beïnvloedt dat ook de rest. Een osteopaat benadert het lichaam daarom als één geheel. Als een deel van het lichaam niet goed kan bewegen, dan kan dat klachten veroorzaken. Omdat alle weefsels met elkaar in verbinding staan, kan pijn uitstralen naar andere delen van het lichaam. Een osteopaat onderzoekt waar in het lichaam de beweging hapert en herstelt de samenwerking tussen de verschillende weefsels.”
Het klinkt wellicht een beetje vaag, maar er is niks zweverigs aan. Een osteopaat maakt weer los wat niet vast hoort te zitten. Ik vind de behandelingen vaak erg intensief en ben de rest van de dag heel moe, maar het helpt! Ik heb nu vijf behandelingen gehad en merkte na de eerste al verschil. Omdat ik al zo lang zo vast zit duurt het echter een tijd voordat alles los is en ook los blijft. Ik heb echter goede hoop dat ik met deze behandelmethode weer een grote stap vooruit ga maken. Binnenkort zal ik uitgebreider vertellen over mijn behandelingen bij de osteopaat.
Pingback: Hoe een rechte ruiter scheef werd | Ruiter in evenwicht