Als je begint met paardrijden leer je over het algemeen dat je linksaf gaat door aan je linker teugel te trekken en te duwen met je rechterbeen. Maar een paard is geen fiets, die buitenteugel heb je ook nodig. Sterker nog, eigenlijk is hij veel belangrijker. Gooi je de buitenteugel los, dan krijgt je paard alle ruimte om over zijn buitenschouder te vallen. Of hij buigt als je wil afwenden keurig zijn hoofd, maar loopt gewoon rechtdoor over de hoefslag. Je binnenteugel vraagt stelling, maar de buitenkant van je paard begrenzen is essentieel voor elke wending.

Begrenzen doe je niet alleen met je teugels, maar ook met je benen. Maar hoe doe je dat eigenlijk? In het plaatje rij je op de rechterhand. Wil je een wending rijden, dan draai je je bekken iets naar rechts. Dat heeft als gevolg dat je linker bovenbeen wat steviger tegen het zadel komt te liggen. Hiermee begrens je de buitenkant van het lichaam van je paard. Pak je ook nog je buitenteugel er iets bij om de schouder te begrenzen, dan zal je paard de hoefslag af gaan. 

Hoe werkt het?

Door je bekken te draaien komt je gewicht op je buiten zitbeenknobbel en ook je schouders draaien automatisch mee. Veel ruiters knikken in naar de binnenkant. Daarmee verplaats je je gewicht en geef je met de buitenkant juist weer teveel ruimte. Let dus goed op dat je rechtop blijft zitten. Door je bekken naar binnen te draaien komt niet alleen je buiten bovenbeen tegen het zadel. Je binnen bovenbeen kom iets van het zadel af en geeft hierdoor wat meer ruimte om de wending te kunnen maken. Je binnen onderbeen komt automatisch tegen de buik van je paard en het buiten onderbeen geeft ruimte.

Neemt je paard een krappe bocht, draai dan je bekken iets minder naar binnen, waardoor je binnen bovenbeen je paard iets meer tegenhoudt. Begrenst dus! Door het draaien van je bekken komen ook je handen iets mee naar binnen, waardoor je buitenteugel tegen de hals komt te liggen en automatisch de buitenkant begrenst.

Vraag je je af hoe je dit allemaal moet onthouden tijdens het rijden? Je kan dit goed oefenen terwijl je op een stoel zit of met gebogen knieën op de grond staat. Kijk maar eens wat er gebeurt als je je bekken naar links of rechts draait.